‘In mijn rol als sportcoach help ik kinderen om een sport te vinden die bij hen past. Ik vind het belangrijk dat kinderen ontdekken wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn. We merken dat hun eigenwaarde en zelfvertrouwen wordt versterkt als ze lid zijn van een sportvereniging. Bovendien komen ze zo in contact met kinderen uit andere wijken en culturen en oefenen ze hun sociale vaardigheden. Bewegen en sporten is daarnaast natuurlijk goed voor je energie en gezondheid. Alle reden dus om dat vanuit school aan te moedigen en mogelijk te maken.’
We werken volgens een drietrapsraket-principe:
1. ‘Op school krijgen kinderen twee keer per week gymles van een vakdocent, waarbij zij hun vaardigheden ontwikkelen en kennis maken met verschillende sporten.
2. Door de naschoolse activiteiten kunnen kinderen zich verder ontwikkelen in een sport. Bij het samenstellen van het aanbod nemen we de stem van de leerling mee en werken we samen met partijen uit de wijk.
3. Als ik merk dat een kind enthousiast is, stimuleer ik dat kind om lid te worden van een vereniging. Ik help bij het zoeken van een vereniging en bij de inschrijving. Wanneer nodig schrijf ik het Jeugdfonds Sport en Cultuur aan.’
We doen het samen
‘Sinds we Familieschool zijn, hebben we meer mogelijkheden om de juiste matches te maken, ouders te betrekken en hen te overtuigen dat ze hun kinderen ook daadwerkelijk aanmelden bij verenigingen. We hebben een breed naschools sportaanbod met partners uit de wijk. In mijn werk heb ik contact met de sportmakelaar van het stadsdeel Amsterdam Nieuw-West, die verantwoordelijk is voor het naschoolse activiteitenprogramma. Ik heb korte lijntjes met de meeste sportverenigingen en met het team van de school heb ik geregeld overleg over kinderen die willen sporten. Als ik een judoschool in de buurt ontdek, dan nodig ik die bij ons uit om een les te verzorgen. Het toeleiden naar een sportvereniging is voor mij een hoofddoel, maar als ik merk dat er meer nodig is, dan kan ik daarvoor de juiste mensen inschakelen. We werken nauw samen met de buurtteammedewerker en de ouder- en kindadviseur en geven signalen van mogelijke ondersteuningsbehoeften direct aan hen door.’
Hier doe ik het voor
‘Het contact met ouders verloopt in de regel heel goed. Wanneer er een taalbarrière is, kan ik altijd wel iemand betrekken die kan assisteren. Ik word er blij van als ik de juiste verbindingen kan maken, zodat kinderen op hun plek komen en hun talenten verder kunnen ontwikkelen. Door onze aanpak hebben we al veel kinderen kunnen helpen om een passende vereniging te vinden.’
Sportcoach Sjoerd Degenkamp
