Werkbezoek Göteborg aan Amsterdam: kennisdeling over de Familieschool en School as an Arena

19 nov. 2025

Begin november ontving de gemeente Amsterdam een delegatie uit Göteborg, Zweden, voor een meerdaags werkbezoek rondom het thema van de Amsterdamse Familiescholen. In Göteborg wordt gewerkt met een vergelijkbaar concept: The School as an Arena. Tijdens het bezoek wisselden beleidsmakers en onderwijsprofessionals uit beide steden kennis en ervaringen uit over de rol van scholen in het verkleinen van ongelijkheid in het onderwijs en het versterken van gemeenschappen.

Zo ontdekte de Amsterdammers dat er in Zweden wordt gewerkt met een bredere financieringsbasis. Naast de gemeente Göteborg en het Europese Sociaal Fonds dragen ook woningcorporaties, vastgoedbedrijven en private partijen financieel bij. De Zweden zagen hoe, in tegenstelling tot hun eigen top-down benadering, de Amsterdamse Familieschool vanuit de school zelf geinitieerd wordt. 

Hieronder lees je het verslag dat de Gemeente Amsterdam optekende na het bezoek.

Gedeelde uitdagingen

Amsterdam en Göteborg staan voor vergelijkbare stedelijke en maatschappelijke uitdagingen. Beide steden groeien snel, kennen toenemende segregatie, armoede en criminaliteit, en zien het vertrouwen in het bestuur en overheidsinstanties onder druk staan.

In Göteborg zijn er wijken met een lagere sociaaleconomische status waar meer dan 50% van de kinderen in armoede leeft. Gezinnen wonen er vaak krap, bewoners hebben minder vertrouwen in elkaar en in de overheid, en schoolresultaten blijven achter. Ook sluiten minder kinderen zich aan bij sport- of cultuurverenigingen. De urgentie om kansenongelijkheid te verkleinen is dus groot – net als in Amsterdam.

Hoewel de uitdagingen vergelijkbaar zijn, verschillen de onderwijssystemen van Nederland en Zweden aanzienlijk. In Zweden is het basisonderwijs verplicht van 6 tot 15 jaar. Daarna volgt het voortgezet onderwijs, van 15 tot 18 jaar, dat niet verplicht is. Scholen hebben daardoor een bredere leeftijdsgroep binnen één systeem en spelen een grotere rol in de sociale ontwikkeling van kinderen gedurende hun hele jeugd.

Een interessant verschil is ook dat in Zweden alle kinderen dagelijks op school een gratis warme lunch krijgen. Dat is onderdeel van het nationale onderwijssysteem en bevordert kansengelijkheid, omdat elk kind verzekerd is van een gezonde maaltijd – ongeacht de thuissituatie.

School as an Arena

Het programma School as an Arena richt zich op het bieden van gelijke kansen aan alle kinderen, ongeacht hun achtergrond. Het hoofddoel is “to equalize differences in children’s upbringing conditions and to ensure all children’s right to wellbeing and a good start in life.” 

De kern van het concept:

  • De school fungeert als een fysieke ontmoetingsplek in de wijk én als brug tussen inwoners en organisaties.
  • De activiteiten zijn gericht op kinderen van 6 tot 18 jaar die wonen in gebieden met hoge (kinder)armoede.
  • Door kinderen actieve vrijetijdsbesteding te bieden in gezelschap van betrokken volwassenen, wordt gewerkt aan veilige omgevingen die bijdragen aan welzijn, schoolprestaties en toekomstkansen.
  • De scholen werken gezinsgericht en stemmen het aanbod af op de behoeften van de bewoners.

Schematische weergave School as an Arena

Het vernieuwende aan School as an Arena is de manier waarop vertrouwen centraal staat. Scholen genieten in Zweden vaak een groter vertrouwen dan andere maatschappelijke instanties; daarom worden zij bewust ingezet als startpunt om verbindingen in de wijk te creëren.

Kinderen aan het roer

Wat opviel, is de mate van autonomie die kinderen zelf krijgen binnen School as an Arena. Kinderen worden actief betrokken bij de vormgeving van activiteiten en beslissingen. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Kinder- en leerlingenraden,
  • Children’s boards met een eigen budget,
  • En vormen van participatief budgetteren, waarbij kinderen mede bepalen waaraan middelen worden besteed.

Deze aanpak vergroot eigenaarschap, stimuleert verantwoordelijkheid en zorgt dat activiteiten écht aansluiten bij de leefwereld van kinderen.

Werkwijze en organisatie

De aanpak van School as an Arena is sterk co-creatief: publieke, private en maatschappelijke partijen werken intensief samen. De school blijft verantwoordelijk voor het reguliere onderwijsprogramma, maar opent haar deuren buiten schooltijd voor buurtactiviteiten. Activiteiten zijn gratis toegankelijk voor alle bewoners – kinderen én volwassenen – en worden vaak mede georganiseerd door lokale organisaties, verenigingen en vrijwilligers.

Net als de Amsterdamse Familiescholen kent ook dit programma coördinatoren op de scholen. Zij spelen een sleutelrol in het verbinden van partners, het signaleren van behoeften en het organiseren van activiteiten. Hun taken omvatten onder meer:

  • Het plannen en coördineren van activiteiten,
  • Het onderhouden van contact met activiteitbegeleiders,
  • Het documenteren van voortgang en resultaten,
  • En het verbinden van de school met de wijk en haar bewoners.

Betrokken partners en financiering

Een belangrijk verschil met het Amsterdamse model ligt in de financiering en partnersamenstelling. Waar de Amsterdamse Familiescholen grotendeels binnen het gemeentelijke en onderwijskundige domein worden georganiseerd, kent School as an Arena een breder netwerk van financiers en stakeholders. Naast de gemeente Göteborg en het Europese Sociaal Fonds spelen ook woningcorporaties, vastgoedbedrijven en private partijen zoals Volvo en de West Sweden Chamber of Commerce een grote rol. Dit is een interessant en inspirerend verschil.

De belangrijkste samenwerkingspartners zijn:

  • De gemeentelijke Schooladministratie,
  • De Sociale diensten,
  • Vastgoedeigenaren (zowel publiek als privaat),
  • En het maatschappelijk middenveld (NGO’s en bewonersorganisaties).

Deze publiek-private samenwerking maakt het mogelijk om activiteiten langdurig te financieren en infrastructuur in de wijken te verbeteren.

Besturing en samenwerking

De governance van School as an Arena is opgebouwd uit meerdere lagen. Een Stuurgroep (Steering Committee) bewaakt de effectiviteit van het concept, zorgt voor middelen, stelt kaders vast en beslist over doorontwikkeling. Lokale samenwerkingsgroepen stellen jaarlijks activiteitenplannen op en bewaken de uitvoering. Daarnaast komen coördinatoren meerdere keren per jaar samen om kennis te delen, en bestaat er een netwerk van leidinggevenden dat vier tot vijf keer per jaar bijeenkomt. Deze gelaagde structuur zorgt voor consistentie, maar ook voor ruimte om het concept per wijk flexibel vorm te geven.

Resultaten

Net als de resultaten van de Amsterdamse Familiescholen, zijn ook de resultaten van School as an Arena in Göteborg veelbelovend:

  • Meer kinderen nemen deel aan naschoolse activiteiten,
  • Toegang tot cultuur en kunst is vergroot,
  • Schoolresultaten verbeteren in de deelnemende wijken,
  • De school fungeert als een plek van vertrouwen en ontmoeting,
  • Er ontstaan duurzame netwerken tussen bewoners, organisaties en de stad.

Brede ondersteuning aan gezinnen

De Amsterdamse Familiescholen richten zich, net als in Göteborg, op het bevorderen van gelijke kansen, maar doen dit door brede ondersteuning te bieden aan het gehele gezin. Er wordt gewerkt aan het verbreden van de leefwereld van kinderen en ouders via een breed aanbod aan (naschoolse) activiteiten, waarbij ouders als gelijkwaardige partners worden betrokken.

Daarnaast wordt samengewerkt met partners in de wijk – zoals het Buurtteam en het Ouder- en Kindteam – om gezinnen te ondersteunen bij financiële vragen, opvoedingsvraagstukken of andere hulpbehoeften.

De Zweden waren vooral onder de indruk van de rol van de brugfunctionarissen. Zij zagen hoe deze professionals echt de brug slaan tussen school en thuis, en zich met grote betrokkenheid inzetten voor gezinnen. Voorbeelden als huisbezoeken, ouderbijeenkomsten en het empoweren van moeders spraken bijzonder tot de verbeelding.

In Zweden heeft de coördinator een bredere rol, waarin veel verschillende verantwoordelijkheden samenkomen – van programmering tot samenwerking met lokale organisaties. Dat zorgt voor korte lijnen, maar maakt het ook moeilijk om in de diepte te werken aan thema’s als ouderbetrokkenheid of talentontwikkeling. In Amsterdam zijn die taken bij sommige scholen meer verdeeld: de brugfunctionaris richt zich specifiek op ouders en ondersteuning, terwijl de projectcoördinator de ontwikkeling van de school als geheel bewaakt. Soms is er bovendien een talentmakelaar die zich richt op het activiteitenaanbod. De Zweden gaven aan dat deze verdeling van rollen zorgt voor duidelijkheid, kwaliteit en continuïteit, en vonden dit een inspirerend uitgangspunt.

Lessen uit Amsterdam

Wat de Zweden vooral opviel, is hoe de Amsterdamse Familieschool volledig geïntegreerd is binnen de scholen zelf. Het leeft bij het hele team – van schoolleider tot leerkracht en brugfunctionaris. Dat komt mede doordat scholen in Amsterdam zelf het initiatief nemen om Familieschool te worden; zij melden zich vrijwillig aan bij de gemeente. Deze intrinsieke motivatie zorgt voor eigenaarschap en een sterke verbinding met de visie achter het concept.

In Zweden is School as an Arena vaker een top-down geïnitieerd project, waardoor het minder diep in de schoolcultuur verankerd is. De Zweedse leraren die tijdens het bezoek aanwezig waren, gaven aan dat veel collega’s zich nog onvoldoende bewust zijn van de meerwaarde van het concept. Sommigen beschouwen hun school vooral als een plek midden in een wijk met veel problematiek, en niet als een bron van kracht of trots.

In Amsterdam is dat beeld anders. Schoolteams zijn trots om Familieschool te zijn. Ze zien dagelijks de positieve impact van hun werk en ervaren hoe samenwerking met gezinnen en partners leidt tot betere kansen voor kinderen.

De Zweden waren onder de indruk van de warme en positieve sfeer op de bezochte scholen, waar diversiteit zichtbaar als kracht werd benut. Ze zagen kinderen die zich op hun gemak voelden, actief deelnamen en zichtbaar plezier hadden in leren.

Tijdens het werkbezoek werd dus duidelijk dat er ontzettend veel overeenkomsten zijn tussen beide steden en deze onderwijsmodellen, maar nog steeds is er veel dat we van elkaar kunnen leren. De Zweedse aanpak laat zien hoe structurele samenwerking met private partijen en vastgoedpartners financiële duurzaamheid kan opleveren. Amsterdam liet zien hoe een sterke schoolcultuur, intrinsieke motivatie en warme ouderbetrokkenheid zorgen voor draagvlak en blijvende impact.